Alles over de Operatie
De Operatie
Rondom een operatie zijn er veel zaken die voor u van belang zijn om een afweging te maken of een Uniknie wel de juiste oplossing is. Wat is het succespercentage, wat zijn de risico’s wat zijn de alternatieve opties.
Samen beslissen is een belangrijk onderdeel in de moderne geneeskunst, echter dit kan alleen als uw goed voorbereid bent en weet waarover u beslist.
Hieronder volgt een overzicht van deze informatie.
-
Als u geschikt bent voor UKP, zijn er een aantal potentiële voordelen. Dit zijn:
- Complicaties risico’s worden geminimaliseerd
- Er is minder bloedverlies tijdens de operatie en dus minder kans op een bloedtransfusie
- Het herstel is sneller
- Bewegelijkheid van de knie is beter
- Het gevoel in de knie blijft natuurlijker
- U krijgt een kleiner litteken
- We zien zeer hoge tevredenheid bij patiënten die deze procedure hebben gehad
-
Het succespercentage van de Oxford® halve knieprothese op de lange termijn is 98% na 10 jaar en 95% na 15 jaar. Dit betekent dat er een kans van ongeveer 5% is dat u na 15 jaar de halve knieprothese vervangen moet worden voor een totale knieprothese. Dit percentage is gelijk aan de resultaten van de meest succesvolle totale knieprotheses.
-
Iedere operatie brengen risico’s met zich mee. Risico’s waar u zich van bewust moet zijn voor en na uw operatie zijn:
Infectie: er worden zo veel mogelijk voorzorgsmaatregelen genomen om een infectie te voorkomen. (Het gebruik van antibiotica voor, tijdens en na de operatie, het uitvoeren van de operatie onder strikt steriele omstandigheden in de operatiekamers en uiteraard netjes en snel te werk gaan). Ondanks deze voorzorgsmaatregelen is er een risico op het ontwikkelen van een infectie, maar dit risico is minder dan 1%.
Trombose: dit zijn bloedstolsels die kunnen ontstaan in de diepe aderen van de benen (diepe veneuze trombose, DVT) en de longen (Longembolie, LE). Het totale risico op een DVT ligt tussen 2-5%. Het risico op LE is minder dan 1%, maar het is een ernstige complicatie. U krijgt gedurende 4 weken na de operatie bloed verdunnende injecties om dit risico tot een minimum te beperken.
Pijn: Het overgrote deel van de pijn verdwijnt in het eerste jaar na de operatie. U kunt echter nog steeds wat pijn ervaren na de procedure. Dit is meestal bij 2-5% van de patiënten.
Stijfheid: Er is een klein risico (meestal minder dan 1%) dat het kniegewricht stijf blijft door littekenweefsel.
Bloeding: af en toe (<5%) kan er een bloeding in of rond de knie plaatsvinden die door het verband kan lekken. Dit kan een paar dagen duren om te herstellen.
Zenuw- / bloedvat – / peesbeschadiging: is zeer zeldzaam (minder dan 1%)
Dislocatie van de tussen lager: er is een kans van minder dan 1% dat de mobiele tussenlager van uw UKP kan ontwrichten. Er is dan een operatieve behandeling nodig om deze lager terug te plaatsen.
Revisie kans:uw halve knieprothese kan na verloop van tijd verslijten (meestal vele jaren) en moet opnieuw worden geopereerd om de versleten onderdelen te vervangen. In totaal functioneert 80% van de halve knieprothese nog steeds goed 20 jaar na de operatie.
-
Uw medische geschiktheid voor chirurgie wordt door de anesthesist voor de operatie beoordeeld.
-
Eten/Drinken/Roken: het is belangrijk dat er binnen 6 uur vóór uw operatie niet wordt gegeten. Als u ’s morgens vroeg in het ziekenhuis moet zijn voor een operatie, verzoeken wij u om na middernacht niets te eten. U mag binnen 6 uur voor uw operatie kleine hoeveelheden water (tot 150 ml) drinken. Rook niet op de dagen voorafgaand aan (en na) uw operatie, omdat dit de uitkomst van uw operatie negatief kan beïnvloeden.Medicatie: Breng al uw medicatie mee naar het ziekenhuis.Hygiëne: Gelieve de ochtend voordat u naar het ziekenhuis gaat te baden of te douchen en de speciale wasbeurt (chloorhexidine of Hibiscrub) te gebruiken die u bij de apotheek hebt gekregen.
-
Patiënten worden opgenomen op de dag van de operatie. Het is belangrijk dat u op het afgesproken tijdstip aankomt, omdat elke vertraging ertoe kan leiden dat uw operatie wordt geannuleerd. U wordt opgenomen door een van onze verpleegkundigen die uw hartslag, bloeddruk en andere vitale functies controleren. Een lid van het anesthesieteam zal u ook bezoeken om het type verdoving en de pijnverlichting die u tijdens en na de operatie krijgt, uit te leggen. U zult ofwel uw operatie ondergaan onder een algehele anesthesie (slapen) of spinale anesthesie (ruggenprik). De anesthesist bespreekt de details van deze twee technieken met u om de meest geschikte techniek te bepalen. Tevens bepreekt hij eventuele zenuwblokkades om de pijn na de operatie te verlichten.
-
De operatie wordt uitgevoerd onder steriele omstandigheden in de operatiekamer. De anesthesist en anesthesiemedewerker zorgen ervoor dat u tijdens de operatie geen pijn of ongemak ervaart. Een verticale incisie van ongeveer 10 cm lang wordt over uw knie gemaakt en de versleten gewrichtsvlakken worden verwijderd. Het oppervlak van uw dijbeen (femur) wordt vervangen door een nieuw, afgerond metalen oppervlak en het bovenste deel van uw scheenbeen (tibia) wordt vervangen door een plat metalen oppervlak. Een kunststof tussen laag (een “lager” genoemd) wordt dan tussen deze twee metalen onderdelen geplaatst, zodat ze soepel over elkaar kunnen glijden wanneer u uw knie buigt en strekt. De wond wordt gesloten met chirurgische clips (agraves/nietjes). Er wordt een drukkend verband om de knie geplaatstNa de operatie wordt u overgebracht naar de recovery afdeling (uitslaapkamer) voor verdere monitoring. U hebt een infuus in uw arm voor het toedienen van medicatie. Regelmatige controle van uw vitale functies (zoals hartslag en bloeddruk) vinden plaats en u wordt na enkele uren naar de afdeling gebracht.
-
Door de moderne anesthesie-/verdovingstechnieken hebben de meeste patiënten weinig pijn direct na de operatie. Bij patiënten waar dit wel een probleem is, wordt alles gedaan om de pijn zo dragelijk mogelijk te maken. U zult binnen een paar uur kunnen eten en drinken. Voor uw herstel is het essentieel om direct na de operatie de knie te oefenen. Vaak lukt het al om binnen 2 uur na de operatie met hulp van een medewerker te lopen of te staan. De physician assistanten, verpleegkundigen en fysiotherapeut zullen ervoor zorgen dat u zelfstandig en veilig kunt lopen met krukken en helpen u zo nodig bij traplopen. Tijdens deze eerste periode van 24 tot 48 uur is het normaal dat uw knie opzwelt en pijnlijk aanvoelt. U heeft voor de operatie reeds een recepten meegekregen voor de medicijnen voor na de operatie. Uw wond moet droog worden gehouden tot de hechtingen of clips zijn verwijderd (meestal 10-14 dagen na de operatie). Na uw operatie zal u gedurende 4 weken bloed verdunnende injecties (fraxiparine genoemd) krijgen.
-
Veel patiënten gaan de ochtend na de operatie veilig naar huis. Voor sommige kan dit langer duren. Deze patiënten gaan de dag na de operatie (voor 1 nacht) naar een zorghotel.